In het thema “Dit ben ik” staat het lichaam centraal. De kinderen kijken naar de verschillende delen van het lichaam, kijken wat je hiermee kunt doen en praten hierover.
In de eerste week kijken we naar ons gezicht. Puk heeft een spiegeltje in zijn rugzak en kan daarmee naar zichzelf kijken. De kinderen kijken ook in een spiegel, wat zien ze? Waar is je neus, je mond, waar zijn je oren en ogen? Wat kun je ermee? Bij de baby’s wijzen en benoemen dit ook.
In de tweede week staat het hele lichaam centraal en gaan we de omtrek van alle kinderen tekenen op een groot stuk papier. Waar zijn je armen, je benen, je voeten, enz.
In de derde week gaan we dieper in op de mond: “een mond vol tanden”.
In de vierde week staan emoties centraal: boos, blij en verdrietig.
In de vijfde week gaan we voelen met onze voeten: Wat voelt mijn voet?
In de laatste week herhalen we allerlei onderdelen van dit programma.
Natuurlijk zijn er weer leuke activiteiten gepland zoals voorlezen, dansen, bewegen, zingen en knutselen. Iedere week krijgen jullie een mailbericht waarin we aangeven wat we de komende week gaan doen. We zullen ook tips voor thuis geven.
Week 1 : het gezicht
Voor de yoghurt zitten we in een kring. De pedagogisch medewerkster leest de tekst van een liedje voor en pakt de diverse onderdelen van het gezicht vast. Kunnen de kinderen dat ook? Daarna gaan we het liedje zingen en wijzen we e.e.a. bij onszelf aan. We helpen de allerkleinsten hierbij.
Na de yoghurt zitten we nog aan tafel en laat Puk zien wat hij in zijn rugzak heeft; een spiegeltje. Hij kijkt naar zichzelf en ziet een neus, twee ogen enz. De kinderen kijken ook in een spiegel en wijzen hun neus, oren, mond en ogen aan. We gaan het ook bij elkaar aanwijzen en bij Puk.We leren de gebaren voor neus, ogen, oren en mond.
De kinderen krijgen Puk op papier. Hij heeft een “leeg gezicht”. De kinderen plakken zelf een neus, oren, ogen en een mond op en kleuren Puk.
De kinderen kunnen de hele dag door met spiegeltjes spelen en borstels, kammen e.d. Er hangt ook een spiegel op de groep, waar ze regelmatig in kunnen kijken.
De baby’s doen ook allerlei ervaringen op rond het gezicht. Tijdens de verzorgingsmomenten benoemt de pedagogisch medewerker de verschillende onderdelen van het gezicht. De baby’s kunnen in de knuffelhoek goed naar zichzelf kijken in de spiegel. We benoemen e.e.a. en doen verschillende spelletjes. Juist ook bij de allerjongsten zetten we de gebaren in.
Tips voor thuis bij week 1 “Dit ben ik”
Benoem de verschillende onderdelen van het gezicht en raak bij elkaar de neus eens aan en benoem dit ook. Doe een kiekeboe spelletje met je handen voor je ogen en laat de kinderen dat ook bij zichzelf doen. Maak gekke bewegingen met je neus, mond of ogen en laat de kinderen dat ook bij zichzelf ervaren. Kun je jezelf ook in andere voorwerpen zien? Pak bijvoorbeeld eens een lepel.